Modificaties worden doorgevoerd om storingsgedrag te beïnvloeden. Ze kunnen bepaalde storingen voorkomen. Of gevolgen minimaliseren. Of de levensduur verlengen. In al die gevallen wijzigt het storingsgedrag op basis waarvan onderhoudsplannen zijn gemaakt.
Als een modificatie een bepaalde storing voorkomt, moet deze uit de FMEA verwijderd worden. De bijbehorende onderhoudstaak moet dan ook verwijderd worden. Zo houden we de onderhoudsplannen ook actueel.